vrijdag 3 oktober 2014

Het monument is geplaatst

Vandaag is de steen op Nick zijn graf geplaatst. Hij is prachtig! Ik was gewoon een Beetje ontroerd toen ik hem zag. We hebben een goede keus gemaakt. Mijn zus, mijn dochter en mijn ouders zijn ook nog komen kijken, zij waren er ook helemaal weg van. Mijn man heeft mooie stapstenen er naast geplaatst die ik zwart had geverfd en witte kiezels ertussen. Echt heel mooi. Nick zou het ook heel mooi hebben gevonden, dat weet ik zeker!
 





Nick is er niet meer

Lieve mensen, ik heb een tijd niets meer van me laten horen. Zoals ik al eerder
geschreven had bleek mijn zoon ernstig ziek te zijn. Hij had één van de ernstigste
vormen van kanker. Een snelgroeiende. Hij heeft vier chemo's gekregen, al wisten
we dat deze niet zouden helpen. Ze zouden alleen zijn leven wat verlengen en
zijn klachten wat verminderen. Het ging goed met hem tijdens de chemo's
en het leek zelfs even of het er niet meer was. Maar na zijn vierde chemo
werd er een pauze ingelast om het uit te laten werken en te kijken wat het
resultaat was. Na twee weken begon hij al weer erg zwak te worden en spuugde
weer bloed. Toen wisten we eigenlijk al dat het weer net zo erg was. Op 10 juni
kregen we de uitslag. Het was iets verminderd op de plekken die hij had maar
was op andere plaatsen verder gegaan. Het was klaar. Geen verdere behandeling
meer. Daarna is het heel snel gegaan. Op 23 juli is hij overleden. We missen hem
iedere dag en zijn ontzettend trots op hem hoe hij deze ziekte gedragen heeft. Hij
was een voorbeeld voor ons allemaal en heeft geen moment geklaagd. Hij was
er klaar voor om zijn Heer te ontmoeten.
 
 

 
 

maandag 7 april 2014

Er is een kleindochter op komst


Mijn dochter is zwanger. Wat waren we hier blij mee! En het wordt ook nog een meisje. We hebben al een kleinzoon dus je zult de blijdschap van ons en haar begrijpen. Dit hele gebeuren werpt nu een enorme schaduw over deze blijdschap. Haar werk is nu erg zwaar. Ze werkt in de buitenschoolse kinderopvang. Het bukken en vele staan eisen hun tol. Nu het zo slecht met haar broer gaat lukt het haar geestelijk ook niet meer om haar werk vol te houden. Ze vraagt me of ik met haar mee wil naar de bedrijfsarts waar ze een gesprek heeft. Natuurlijk ga ik met haar mee. Zenuwachtig zitten we te wachten tot we binnen mogen komen. Gelukkig treffen we een zeer begrijpende arts die meteen zegt dat ze tot na haar zwangerschap niet meer hoeft te werken. Af en toe even je neus laten zien op het werk is voldoende. Wat een opluchting voor ons allebei. Dit betekend dat zij rustig aan mag doen en dat ik niet meer op hoef te passen. Ik kan dus al mijn aandacht aan mijn andere kind geven.
Met mijn werk heb ik geregeld dat ik kan komen werken als het gaat. In totaal heb ik drie maanden zorgverlof. Samen letten we nu op Nick en kunnen we op en neer naar het ziekenhuis. Dat is fijn.

zondag 6 april 2014

Wat een werk


De hele week was mijn man bezig. Het hele huis stond op z'n kop. Alle spullen moesten uit de ene kamer. Kasten werden geverfd, de muren moesten een andere kleur. In de witte vakken zou ik geel met blauw pakpapier plakken. Hij had er veel werk aan, maar het eindresultaat mag er wezen. Dit zien jullie later als Nick thuis komt.

zaterdag 5 april 2014

Een andere kamer


Op het moment dat we hoorden dat Nick ernstig ziek was beseften we ook dat hij niet meer op de zolder kon blijven slapen. De zolder had maar een klein raampje en was niet echt een vrolijke plek om ziek te liggen. Bovendien was het een stoffige plek omdat er vloerbedekking ligt. Er kan een moment komen dat hij met moeite de trap zal kunnen op lopen, of misschien helemaal niet meer de trap op kan. We besloten om hem de kamer van mijn man zijn zoon te geven. Aangezien hij alleen maar in het weekend komt en dan ook nog om de week vonden we het niet meer dan logisch. Gelukkig was hij het er ook mee eens dat Nick zijn kamer zou krijgen. Dit betekende dat mijn man deze week weinig in het ziekenhuis zou zijn omdat toch iemand de kamer op moest knappen. Samen met mijn dochter gingen we op zoek naar spullen voor zijn nieuwe kamer. Op naar Ikea. Even gezellig eruit. Nou ja, gezellig? In Ikea kreeg ik het toch even te kwaad. Huilend zei ik tegen mijn dochter dat ik toch wel leukere manieren van winkelen wist dan deze manier. Een kamer maken voor je kind wat zijn laatste kamer zou kunnen worden. De kamer moest perfect worden. Hij moest hem geweldig vinden als hij thuis zou komen. Het was moeilijk maar we vonden toch wat we nodig hadden. De kleuren zouden limegroen, paars, zwart en turquoise worden. Vrolijke kleuren.

vrijdag 4 april 2014

Kop op



In het ziekenhuis was de bezoektijd ruim. Je mocht om half 9 's morgens al komen en dit duurde tot half 10 's avonds. Er was alleen een rusttijd van één tot drie uur. In die twee uur moest ik mezelf zien te vermaken. Omdat er een groot overdekt winkelcentrum in de buurt was stapte ik op de bus. Er was een christelijke winkel waar ik zou gaan kijken voor wat posters voor op zijn kamer. Deze wilde ik inlijsten. Aan gekomen op het winkelcentrum voelde ik een zwaarmoedigheid over me komen. Ik liep daar met mijn ziel onder mijn arm. Ik voelde me zo intens verdrietig. Toen ik de winkel binnen stapte kwam ik die vrouwen van mijn kerk tegen. Of het zo moest zijn. Ik viel ze alle drie in de armen en huilde. Zij waren op zoek naar een mooie kaart voor Nick. Ik vertelde over zijn kamer en wees naar een paar schilderijen die ik mooi vond. Maar ik vond het te duur, zijn kamer had al een hoop geld gekost. Ze besloten deze met z'n drieën voor Nick te kopen. Wat een liefde! Terwijl wij staan te praten zie ik ineens een oude vriend van me in de winkel lopen. Hij komt vrolijk op ons af. Ik zeg tegen één van de vrouwen dat ik zelf niet kan vertellen wat er aan de hand is. Ik ben te emotioneel. Zij vertelt het aan hem. Maar hij reageert helemaal niet zoals ik verwacht had. De meeste mensen zeggen dat ze het vreselijk vinden en niet weten wat ze moeten zeggen. Hij verteld me dat de artsen zoveel kunnen zeggen maar dat God wonderen kan doen, je zult het zien zegt hij met een vrolijk gezicht. Niet de moed verliezen hoor, en weg is hij. Verbaasd blijf ik achter. Maar hij zal niet de enige zijn die dit zegt, blijkt later.

Gehaast loop ik snel naar de bus terug. Mijn hart is eigenlijk een beetje blij. Raar in deze omstandigheid. Ik heb niet veel tijd meer en moet om drie uur in het ziekenhuis zijn voor nog een gesprek met de arts. Wachtend bij de bushalte vraag ik me af of ik voldoende geld op mijn ov chipkaart heb staan. Ik heb geen tijd meer om hem ergens op te laden want dat is zeker een half uur lopen heen en terug. De bus stopt en ik stap in. Ik houd mijn kaart voor het apparaat en het zegt dat er te weinig saldo op mijn kaart staat. Hulpeloos kijk ik de chauffeur aan en vraag 'wat nu?' Ga maar zitten zegt de chauffeur vriendelijk. In mijzelf zeg ik een gebed van dank. Ik ben op tijd voor het gesprek in het ziekenhuis.

donderdag 3 april 2014

Tot morgen


25 februari.
Nick gaat nog een keer door de scan. Ze willen de rest van zijn bovenlijf en hersenen bekijken. Gelukkig is daar geen kanker te zien. 's Middags willen de artsen ons spreken. Ze vertellen dat het niet de diagnose is die ze eerder hadden gesteld. Ze denken dat de haard in zijn longen zit maar weten het niet zeker. In ieder geval is het kanker die bij oude mensen voorkomt. Ze hebben dit eigenlijk nog nooit bij mensen van 28 jaar oud gezien. Hij is niet meer te genezen. Hoeveel jaar heb ik nog', vraagt Nick. We spreken hier niet over jaren, is het antwoord van de arts. Verslagen kijken we elkaar aan en huilen. De artsen willen hem chemo gaan geven om zijn leven te rekken. Gelukkig mag ik een paar nachtjes blijven zolang er geen patiënten zijn die het bed nodig hebben. Nick en ik praten en bidden veel met elkaar. De artsen kunnen zeggen dat ik niet lang meer te leven heb' zegt Nick, 'maar God heeft het laatste woord'. Later zegt hij dat hij dit een beetje ziet als een soort van schoolreis. Dan weet je ook niet waar je naar toe gaat. 'Ik loop straks op gouden straten in de hemel mam, zegt hij. En in de hemel is duizend jaar als een dag, dus ik zie je morgen weer'. Nick leest veel in zijn bijbel, dit geeft hem houvast.

dinsdag 1 april 2014

Daniel den Hoed



Op maandag 24 februari is Nick over gebracht naar Daniel den Hoed kliniek. Per ambulance vertrokken we. Nick vond het vreemd want hij kon best lopen vond hij. Toch moest hij zittend gebracht worden op een brancard. Ik mocht naast hem zitten. We hadden geen idee waar de kliniek zich bevond. Door het raam van de ambulance konden we maar een klein stukje weg zien. De weg was opgebroken waardoor we moesten omrijden. We kwamen aan bij de achterkant van de kliniek. Het was nog ouder dan ik dacht.

 Mijn oma heeft hier gelegen toen ik twaalf jaar oud was. Ik ben daar toen één keer geweest en vond het een vreselijk ziekenhuis. Uit de verhalen van mijn moeder was dit ook zo. Mijn oma had ook kanker en werd daar behandeld. Ze mocht niet de hele dag in haar bed liggen en werd aan een tafel gezet. Toen mijn ouders binnen kwamen lag ze met haar hoofd op de tafel te slapen. De familie is daar zo boos om geworden dat mijn oma meteen weg werd gehaald en bij mijn tante in huis kwam. Dit is nu 34 jaar geleden.

We kwamen dus aan bij de achterkant van het ziekenhuis. De straat was erg ongelijk en de deur waar we door naar binnen moesten ging niet automatisch open. Nick moest van de brancard af stappen omdat het anders niet lukte om naar binnen te komen. Je zal toch niet kunnen lopen, dan heb je echt een probleem. We liepen een paar gangen door en arriveerden op de afdeling waar hij opgenomen zou worden. Wat een vreselijke oude rommel. Ik kon wel huilen! Moest ik mijn kind hier achter laten? In het Maasstad ziekenhuis had je een televisie met tip toetsen. Je kon erop internetten, je menu uitzoeken, enz. Ik mocht elke dag blijven slapen, kreeg eten en drinken. Nu kwam hij op een zaal voor twee personen terecht. Hij krijgt een bed bij het raam. Ik vraag of ik mag blijven, dat mag niet. Wat een tegenvaller. Nick krijgt een pil tegen de misselijkheid. Ik leg uit dat dit niet werkt omdat hij daar van moet braken en dan zijn sonde uitspuugt. 'Dit is niet het Maasstad', wordt bot geantwoord. Ik ben verbaasd over de hardheid van woorden. Hebben ze geen idee hoe wij ons op dit moment voelen? Wat een verschil met het vorige ziekenhuis waar ze zo lief voor ons waren. Vijf minuten later braakt hij de sonde er voor een deel uit. Ik ren de gang op om iemand te roepen. De arts komt meteen en verwijdert de slang. Uit woede begin ik meteen te huilen en doe mijn beklag bij de arts. Ze begrijpt mijn boosheid.
 Vorige week heeft hij zijn sonde er ook al een keer uit gespuugd toen hij draadjesvlees at. Dit gebeurde precies toen ik even naar huis was om mijn tas te pakken. Er wordt een nieuwe sonde geplaatst maar nu eentje die in de dunne darm eindigt. Deze spuug je minder snel uit zegt de arts. De verpleegster die eerst zo bot tegen ons deed bleek later eigenlijk heel lief te zijn. Ze hadden overlegt en ik mocht toch blijven slapen

maandag 31 maart 2014

Gezalfd met olie

Zondag 23 februari

Nick en ik besloten naar de kerkdienst te gaan in het ziekenhuis. Het was een emotionele dienst. De liederen grepen ons aan en het woord raakte ons hart. 's Avonds zijn broeder Embregts en onze voorganger broeder Meerman gekomen om Nick te zalven met olie. Mijn ouders waren hier ook bij. Nick is sterk in zijn geloof waardoor wij ons ook gesterkt voelen. Broeder Embregts zegt toch geloof te hebben dat het goed komt.

zondag 30 maart 2014

Wil je nog iets kwijt?

Zaterdag 22 februari

Nick ziet er al wat beter uit. Hij heeft iets meer kleur op zijn wangen. Gisteren zei hij dat als het te erg word met zijn ziekte hij geen euthanasie wilt. Wel vroeg hij zich af of hij klaar was om voor God te verschijnen. We hebben broeder Embregts, onze oude voorganger gevraagd te komen. Officieel is hij niet meer de voorganger van onze gemeente, maar omdat Nick hem zijn leven lang gekend heeft en onze nieuwe voorganger nog niet kent, hebben we hem gevraagd. Hij is langs gekomen en heeft met Nick gebeden. Later vroeg hij of er nog iets was wat Nick kwijt wilde. Dit was zo maar hij wilde dit niet bespreken met mij erbij. Moeders hoeven ook niet alles van hun kind te weten vind ik, dus ik verliet de kamer. Toen ik terug kwam zag Nick er opgelucht uit. Broeder Embreghts heeft hem nog verteld dat hij met olie gezalfd kon worden als hij dit wilde. Dit is een bijbels ritueel.
's Avonds komt mijn zus langs om even Nick zijn haren te knippen. Het wordt te lang en maakt hem armoedig. In de badkamer knipt ze een stuk van zijn haar af. Drie weken later haalt ze alles eraf, maar dat weten we dan nog niet.

zaterdag 29 maart 2014

Mijn kind gaat dood

Verslagen rijden we naar huis. Of we veel gepraat hebben kan ik me niet meer herinneren. De wereld lijkt onwerkelijk. Thuis gekomen hang ik mijn jas op en loop naar de keuken. De werkelijkheid dringt tot me door en komt als een dolk in mijn hart terecht. Mijn hele wezen huilt en ik kan alleen maar uitbrengen, 'mijn kind gaat dood'. Robert pakt me beet en houd me tegen zich aan tot ik rustig ben. Ik ga zo snel mogelijk mijn tas pakken omdat ik Nick daar niet alleen wil achter laten. Hoe moet hij zich voelen?

Gelukkig heb ik van mijn huisarts pilletjes gekregen om rustig te worden. Robert heeft nog wat slaappillen liggen. Deze neem ik mee naar het ziekenhuis. Ik vraag aan de verpleegster of ze voor Nick ook iets hebben om te kunnen slapen. Er wordt een bed naast dat van hem geplaatst. We houden elkaar stevig vast en huilen veel. Steeds pakken we elkaars hand vast als we in bed liggen. We troosten elkaar voor zover dit kan.

vrijdag 28 maart 2014

Pilomatrixoma


Vrijdag 21 februari

Om drie uur zijn we in het ziekenhuis. Misschien mag Nick mee naar huis voor het weekend. Ze laten me zien hoe ik de medicatie via zijn infuus in kan spuiten tegen de misselijkheid. Dat gaat goed. Nu
nog wachten op toestemming.

Om een uur of half vijf worden we gebeld. We hebben net eten besteld bij La Place die bij het ziekenhuis zit. De artsen willen ons nu spreken.

De artsen komen binnen en gaan met z'n drieën zitten. We weten eigenlijk al wat ze gaan zeggen. Het is van hun gezichten af te lezen. Het is erg! Nick heeft een zeldzame ziekte genaamd pilomatrixoma. Er zijn over de hele wereld negentig mensen bekend met deze ziekte, hij komt vooral bij kinderen voor. Maar één procent heeft een kwaadaardige vorm. Nick heeft deze vorm. Kanker dus! Kwaadaardige kanker. Ze willen hem volgende week overplaatsen naar het Erasmus maar dan moeten ze alle uitslagen van de markers hebben. Eerder nemen ze hem niet op. De wanhoop, verslagenheid en ongeloof is groot. Dit is te groot om te bevatten. Nick mag ook niet mee naar huis omdat de klieren opgezet zijn en tegen zijn slokdarm drukken waardoor zijn hoofd en armen kunnen zwellen. Ik vraag of ik bij hem mag blijven slapen. Dat mag! Ik ga naar huis om spullen te halen.

Intussen hebben de artsen besloten dat hij sondevoeding gaat krijgen om hem aan te sterken en omdat hij zoveel is afgevallen. Hij weegt nog maar 61 kilo. Hij is dus meer dan tien kilo afgevallen. Omdat hij zo'n uniek geval is willen ze een foto van zijn rug maken. Hier zit een grote bult op. Ze willen deze foto met een artikel plaatsen in een medisch tijdschrift. Een uur later staat er een fotograaf in zijn kamer.

donderdag 27 maart 2014

Positief blijven


Donderdag 20 februari

Nick sms-t steeds wat er gebeurt. Er is een foto gemaakt van zijn teelballen en die zijn schoon. Halleluja! Om half 12 hebben ze de punctie in zijn lever gedaan. Op het blote oog zag het er goed uit. We krijgen een beetje hoop maar het moet nog onder de microscoop. Misschien dat we vandaag nog de uitslagen krijgen. Nick heeft wel pijn in zijn buik ervan. Hij heeft onderweg tijdens het vervoeren overgegeven. Waarschijnlijk omdat hij naar het plafond keek en alles voorbij zag roetsjen. Eten doet hij niet, hij probeert het wel maar het komt er meteen weer uit. Hij ziet er zwak uit. Nick probeert vroeg te slapen. Wij gaan naar huis.
In de morgen stapt er iemand binnen met een gevulde mand en een kaart. Je weet wel van wie, zei de vrouw. Op de kaart stond de naam van een oude vriendin van me.

Thuis komen alle emoties eruit. Ik ben bang dat mijn kind dood gaat! Ma zegt dat we positief moeten blijven maar dat is moeilijk. Ik ga van het ergste uit, dan kan het alleen maar meevallen! We zijn zo bang voor de uitslag!

dinsdag 25 maart 2014

Het Maasstadziekenhuis

Woensdag 19 februari

De telefoon gaat, ik ben boven dus volg het gesprek niet. Mijn zoon roept even later dat hij zich om twee uur moet melden voor een longpunctie in het Maasstad ziekenhuis. Ik raad hem aan om wat spullen in te pakken voor als hij moet blijven. Dit lijkt hem niet nodig maar hij doet het toch maar. Iets over half twee komen we aan bij het ziekenhuis. Het is er mega groot. We melden ons op de longafdeling. Je kamer is nog niet klaar zeggen ze tegen Nick. Verbaasd kijken we de vrouw aan.
Moet hij blijven dan, vragen we. Ja, wisten jullie dit niet? De vrouw kijkt ons net zo verbaasd aan. Ik dacht dat dit duidelijk was. Nee, we dachten dat hij alleen voor een longpunctie zou komen. Er bleek een groot misverstand.
Omdat de foto's en scans erg verontrustend waren hebben ze ervoor gezorgd dat hij met spoed opgenomen kon worden om allerlei onderzoeken te starten. Nick schrikt hier van. Na de eerste schok vond hij het toch eigenlijk wel fijn. Nu konden ze verder kijken wat er aan de hand is. De rest ging als een sneltreinvaart. Er kwam iemand langs voor een intake gesprek met zelfs heftige vragen als - wie mag er over je leven beschikken als je het zelf niet meer kan? Mijn moeder zei Nick. Ik moest wel even slikken. Er kwam een diëtiste langs die precies opschreef wat hij at, er kwamen mensen langs om een hoop buisjes bloed af te nemen en er werd meteen een infuus ingebracht voor als er iets toegediend moest worden. Aan het eind van de dag kwamen de artsen vertellen dat hij de volgende dag een leverpunctie zou krijgen. Dit zou niet onder narcose zijn alleen zijn huid zou verdooft worden. Ze zouden twee hapjes uit zijn lever halen om te onderzoeken. Arm kind. Ze vertelden wel dat ze er van uitgingen dat het kanker is tot het tegendeel bewezen is. Dit was wel een klap in het gezicht. Morgen zouden ze ook een foto van zijn teelballen maken omdat het ook zou kunnen dat daar de kanker vandaan komt. Ze zouden ook markers zetten op het bloed om precies te weten wat voor soort kankersoort het was. Morgen konden ze meer vertellen. Toch blijf je hopen dat ze het mis hebben, al ging ik in mijn achterhoofd er van uit dat het erg is en de uitslag echt niet positief zal zijn.

maandag 24 maart 2014

Sarcoïdose of lymfklierkanker

Dinsdag 18 februari

Vandaag moet Nick onder de scan. Om half 2 moet hij er zijn. Daarna gaat hij door naar zijn werk dus hij vind het niet nodig dat ik meega. Om half 3 gaat de telefoon. Nick verteld dat hij bij de longarts is geweest en dat ze samen de foto's hebben bekeken. Er zijn veel donkere plekken te zien in zijn lever. Nick denkt dat het er wel meer dan tien zijn. En zijn lymfklieren zijn vergroot achter zijn slokdarm. De arts zegt dat het zelfs mogelijk is dat hij lymfklierkanker heeft. Dit telefoontje komt hard aan en de angst slaat me om het hart. We zijn allebei geëmotioneerd. Nick gaat toch naar zijn werk, dat leidt misschien af zegt hij. Ik zeg dat als het niet gaat hij gewoon naar huis moet komen. Dat doet hij. Daarna bel ik mijn dochter en mijn man. Ook zei zijn helemaal van slag. Even later krijg ik een bericht van mijn dochter dat ze hem heeft gezegd dat hij naar huis moet gaan, dat het niet wijs is om nu te werken. Ik ben het er helemaal mee eens en Nick zelf ook want die kan alleen maar huilen.

Als Nick thuis komt laat hij mij zijn voicemail horen. De longarts heeft het Maasstad ziekenhuis ingeschakeld voor verder onderzoek. Even later belt er iemand van het Maasstad dat ze aan het kijken zijn wanneer dit het beste uitkomt. Ze belt de volgende morgen terug zegt ze.

dinsdag 4 maart 2014

Sarcoïdose?

Vorig jaar had Nick ineens een kale plek op zijn hoofd. In een maand tijd waren deze zo groot als tennisballen. De huisarts dacht aan een te lage weerstand. Hij werd doorverwezen naar een dermatoloog. Deze gaf hem wat crème mee waar het mee over moest gaan. Al met al duurde het toch nog maanden dat hij weer haar op zijn hoofd kreeg. Opgelucht haalden we adem want ook voor een man is dit niet leuk. Vooral omdat het zo opviel. De hele dag liep hij met een pet op zijn hoofd.

Een paar maanden later groeit er een grote bult op zijn rug. Ook hiermee gaat hij naar de huisarts. Deze snijd hem weg en stuurt hem naar het lab. Niets te zien, het was een verstopte talgklier die uitgegroeid is naar zo'n grote bult. Gelukkig maar!

In november 2013 begon Nick bloed te spugen. Niet veel maar als hij slijm ophoestte zat daar wat bloed bij. Ik vroeg hem een afspraak te maken met zijn huisarts omdat dit toch niet goed is. Na een week vroeg ik of hij al een afspraak had gemaakt maar hij zei dat het al over was. Hij had wel een verwijzing voor om een foto te laten maken in het ziekenhuis. Aangezien het over was deed hij hier niets mee.

Maar in januari 2014 begon hij weer bloed op te hoesten. Ook begon hij steeds vaker over te geven. Hij was al behoorlijk wat kilo's afgevallen.  Later bleek dit zeker acht kilo te zijn. Hij ging naar het ziekenhuis om een foto te laten maken. Robert mijn man ging mee. Na een paar dagen belde hij voor de uitslag. De assistente vertelde dat er wel iets te zien was maar dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. Het was geen kanker. De dokter wilde hem spreken.

Twee dagen later kwam hij op het spreekuur. De dokter dacht aan sarcoïdose. Dit is een ziekte waarbij je lichaam ontstekingen krijgt in je organen. Omdat er op de longfoto toch wat donkere plekken te zien waren en bloed ophoesten en nachtzweten -waar hij ook last van had- bij hoorde dacht de dokter hier ook aan. Intussen hadden wij het ook gegoogled en soms hadden mensen ook last van kale  plekken dus het leek ons inderdaad dit het moest zijn. Dinsdag moest hij even langs het ziekenhuis om een scan van zijn bovenlijf te laten maken om te kijken of er nog meer ontstekingen te zien waren.

Ook maakt hij meteen een afspraak voor een longpunctie en voor het verwijderen van een grote bult op zijn rug.