Mijn zoon heeft niet lang meer te leven! Zeggen ze....
vrijdag 3 oktober 2014
Het monument is geplaatst
Vandaag is de steen op Nick zijn graf geplaatst. Hij is prachtig! Ik was gewoon een Beetje ontroerd toen ik hem zag. We hebben een goede keus gemaakt. Mijn zus, mijn dochter en mijn ouders zijn ook nog komen kijken, zij waren er ook helemaal weg van. Mijn man heeft mooie stapstenen er naast geplaatst die ik zwart had geverfd en witte kiezels ertussen. Echt heel mooi. Nick zou het ook heel mooi hebben gevonden, dat weet ik zeker!
Nick is er niet meer
Lieve mensen, ik heb een tijd niets meer van me laten horen. Zoals ik al eerder
geschreven had bleek mijn zoon ernstig ziek te zijn. Hij had één van de ernstigste
vormen van kanker. Een snelgroeiende. Hij heeft vier chemo's gekregen, al wisten
we dat deze niet zouden helpen. Ze zouden alleen zijn leven wat verlengen en
zijn klachten wat verminderen. Het ging goed met hem tijdens de chemo's
en het leek zelfs even of het er niet meer was. Maar na zijn vierde chemo
werd er een pauze ingelast om het uit te laten werken en te kijken wat het
resultaat was. Na twee weken begon hij al weer erg zwak te worden en spuugde
weer bloed. Toen wisten we eigenlijk al dat het weer net zo erg was. Op 10 juni
kregen we de uitslag. Het was iets verminderd op de plekken die hij had maar
was op andere plaatsen verder gegaan. Het was klaar. Geen verdere behandeling
meer. Daarna is het heel snel gegaan. Op 23 juli is hij overleden. We missen hem
iedere dag en zijn ontzettend trots op hem hoe hij deze ziekte gedragen heeft. Hij
was een voorbeeld voor ons allemaal en heeft geen moment geklaagd. Hij was
er klaar voor om zijn Heer te ontmoeten.
maandag 7 april 2014
Er is een kleindochter op komst
Mijn dochter is zwanger. Wat waren we hier blij mee! En het wordt ook nog een meisje. We hebben al een kleinzoon dus je zult de blijdschap van ons en haar begrijpen. Dit hele gebeuren werpt nu een enorme schaduw over deze blijdschap. Haar werk is nu erg zwaar. Ze werkt in de buitenschoolse kinderopvang. Het bukken en vele staan eisen hun tol. Nu het zo slecht met haar broer gaat lukt het haar geestelijk ook niet meer om haar werk vol te houden. Ze vraagt me of ik met haar mee wil naar de bedrijfsarts waar ze een gesprek heeft. Natuurlijk ga ik met haar mee. Zenuwachtig zitten we te wachten tot we binnen mogen komen. Gelukkig treffen we een zeer begrijpende arts die meteen zegt dat ze tot na haar zwangerschap niet meer hoeft te werken. Af en toe even je neus laten zien op het werk is voldoende. Wat een opluchting voor ons allebei. Dit betekend dat zij rustig aan mag doen en dat ik niet meer op hoef te passen. Ik kan dus al mijn aandacht aan mijn andere kind geven.
Met mijn werk heb ik geregeld dat ik kan komen werken als het gaat. In totaal heb ik drie maanden zorgverlof. Samen letten we nu op Nick en kunnen we op en neer naar het ziekenhuis. Dat is fijn.
zondag 6 april 2014
Wat een werk
De hele week was mijn man bezig. Het hele huis stond op z'n kop. Alle spullen moesten uit de ene kamer. Kasten werden geverfd, de muren moesten een andere kleur. In de witte vakken zou ik geel met blauw pakpapier plakken. Hij had er veel werk aan, maar het eindresultaat mag er wezen. Dit zien jullie later als Nick thuis komt.
zaterdag 5 april 2014
Een andere kamer
vrijdag 4 april 2014
Kop op

Gehaast loop ik snel naar de bus terug. Mijn hart is eigenlijk een beetje blij. Raar in deze omstandigheid. Ik heb niet veel tijd meer en moet om drie uur in het ziekenhuis zijn voor nog een gesprek met de arts. Wachtend bij de bushalte vraag ik me af of ik voldoende geld op mijn ov chipkaart heb staan. Ik heb geen tijd meer om hem ergens op te laden want dat is zeker een half uur lopen heen en terug. De bus stopt en ik stap in. Ik houd mijn kaart voor het apparaat en het zegt dat er te weinig saldo op mijn kaart staat. Hulpeloos kijk ik de chauffeur aan en vraag 'wat nu?' Ga maar zitten zegt de chauffeur vriendelijk. In mijzelf zeg ik een gebed van dank. Ik ben op tijd voor het gesprek in het ziekenhuis.
donderdag 3 april 2014
Tot morgen
25 februari.
Nick gaat nog een keer door de scan. Ze willen de rest van zijn bovenlijf en hersenen bekijken. Gelukkig is daar geen kanker te zien. 's Middags willen de artsen ons spreken. Ze vertellen dat het niet de diagnose is die ze eerder hadden gesteld. Ze denken dat de haard in zijn longen zit maar weten het niet zeker. In ieder geval is het kanker die bij oude mensen voorkomt. Ze hebben dit eigenlijk nog nooit bij mensen van 28 jaar oud gezien. Hij is niet meer te genezen. Hoeveel jaar heb ik nog', vraagt Nick. We spreken hier niet over jaren, is het antwoord van de arts. Verslagen kijken we elkaar aan en huilen. De artsen willen hem chemo gaan geven om zijn leven te rekken. Gelukkig mag ik een paar nachtjes blijven zolang er geen patiënten zijn die het bed nodig hebben. Nick en ik praten en bidden veel met elkaar. De artsen kunnen zeggen dat ik niet lang meer te leven heb' zegt Nick, 'maar God heeft het laatste woord'. Later zegt hij dat hij dit een beetje ziet als een soort van schoolreis. Dan weet je ook niet waar je naar toe gaat. 'Ik loop straks op gouden straten in de hemel mam, zegt hij. En in de hemel is duizend jaar als een dag, dus ik zie je morgen weer'. Nick leest veel in zijn bijbel, dit geeft hem houvast.
Abonneren op:
Posts (Atom)